De bekende TV kok en sterren chef Cyril Lignac stopt met zijn sterrenrestaurant Le quinzième in Parijs. Hij geeft de voorkeur aan meer vrijheden bij het koken en een gezelligere en uitbundigere sfeer in zijn etablissement. Ik ben zelf één keer per ongeluk in een sterrenrestaurant in Frankrijk terecht gekomen en ik heb me daar inderdaad verbaasd over het gebrek aan "joie de vivre". We hadden ook onze tweejarige dreumes bij ons, compleet met zijn houten speelgoedtrein en afgekluifde knuffels.
Wisten wij veel, we hadden een overnachting geboekt en meneer vroeg of we ook een tafel wensten. Maar natuurlijk! De eigenaar van het hotel-restaurant was heel sympathiek toen ik hem uitlegde hoe wij per abuis in korte broek en strandjurk (het was erg warm) in zijn sterrenrestaurant verzeild waren geraakt. Hij bood direct aan om een pasta te laten maken voor ons. Dat was ook weer niet nodig.
Onze relatie had het immers net overleefd, een minuut of twintig eerder. Vermoeid van de reis en van ons zoontje die vanaf het moment dat we de straat uitreden iedere drie minuten vroeg: Sijwn we dur al? had ik echt niet door dat ik een blinde kaart voor mijn neus kreeg. Zullen we een flesje wijn doen? vroeg ik. Mijn man keek moeilijk. Lekker toch, we zijn moe, was mijn motivatie. De huiswijn kwam meestal niet boven de 20 euro uit in een Logis de France restaurant. Moest kunnen, vond ik.
Voordat we ons eten kregen, werden ons allerlei smakelijkheden in de vorm van amuses aangeboden. Nou ja, smakelijk... Ik moest niet op de omschrijving afgaan: rauw ei en dergelijke, normaal gesproken niet mijn favoriet. Maar dat weerhield me er niet van om het toch te proeven. En dat was - in één woord - goddelijk. Ik snapte er niets van en vroeg aan de serveerster waarom we dergelijke amuses kregen. Ze keek me bloedserieus aan - ik geloof dat ze opdracht had om niet te lachen - en ze zei: Maar dat is altijd in een sterrenrestaurant.... Een meteorietinslag zou op dat moment minder indruk gemaakt hebben. Dit was dus het moment dat ik erachter kwam waarom de huiswijn hier een eurootje of 300 kostte en waarom ik als dame - al zat ik in een strandjurk - een blinde kaart had gekregen.
Ik schrok me te pletter; niet van de prijs van de wijn of gerechten. Die was ik gauw vergeten. Ik ben een talenmens en heb gelukkig geen gevoel voor cijfers. Maar de gasten.... die dus blijkbaar aan het genieten waren. In een doodse stilte, met gezichtsuitdrukkingen die mij toch eerder zuur dan verrukt leken.
Dreumes keutelde rustig door bij zijn treintje, letterlijk en figuurlijk bleek al gauw. Kirrend en soms wat hard brabbelend waggelde hij enthousiast heen en weer. En nu? vroeg ik. Laten we er maar van gaan genieten, zei mijn man. Ik maakte me druk over ons zoontje. Hij was niet echt luidruchtig, maar ja, hij maakte wel geluid. En dat deed verder echt niemand. En dan..., een penetrante geur. Dreumes kijkt me glimlachend aan. Hij stapt op me af en zegt: Mama, hebbe poept. Ik gaf het over, stopte met zweten en dacht "après moi le déluge" (na mij de zondvloed). Ik nam dreumes mee naar onze hotelkamer om hem te verschonen. Op de terugweg liep ik langs de joviale eigenaar van, ja van wat eigenlijk? In ieder geval van het hotel. Ik legde het verhaal uit: dat mij echt niet bekend was dat dit hotel in Dole een sterrenrestaurant had. Dus kreeg ik een pasta voor een eetcaféprijs aangeboden. Ik bedankte vriendelijk en zei dat nu we er toch zaten, ons maar lieten verwennen.
Het was een heel aparte ervaring. Het personeel gaf geen krimp toen wij in ons reiskloffie het restaurant binnenstapten. De bestelling werd flegmatiek opgenomen toen mijn man - toen nog nietsvermoedend - een biertje bestelde, als was het en fles champagne van 1000 euro. De hele maaltijd zei mijn man plagend: Geniet er maar van, want morgen rijden we weer naar huis. Het geld is op.
Eenmaal buiten, wandelend in de warme avondzon, hield hij het niet meer. De slappe lach. Ikzelf was nog niet helemaal over mijn gêne heen.
De volgende ochtend bij vertrek kruisten we diverse mensen die we ook in het restaurant hadden gezien. Ditmaal werden we met een grote glimlach begroet en werd er uitgebreid tegen ons gekletst. Uitgerekend door de dame die het meest verbitterd had geleken over onze 'vertoning' van de vorige avond.

Terug naar Cyril Lignac. Ik volg hem op Instagram, of liever gezegd, ik volg zijn restaurant Le Chardenoux. Geen sterrenrestaurant, een gezellig interieur en hapjes die er op de foto's in ieder geval niet alleen fantastisch uitzien, maar ook typisch Frans overkomen. En daar ben ik nu eenmaal gevoelig voor.
In een interview met de krant Le Monde geeft Cyril een paar redenen voor het stoppen met zijn sterrenrestaurant. Het is altijd bij één ster gebleven. De regels of richtlijnen van Michelin ervaart Cyril niet als inspirerend, maar als beperkend. Daarnaast vraagt hij zich af of zo'n duur restaurant nog wel in de huidige maatschappij past. Hij legt uit: veel personeel, dure ingrediënten en dus dure menu's. Het is altijd een dure formule. Daar ontkom je niet aan.
Zijn laatste argument was de sfeer van een, of in ieder geval van zijn sterrenrestaurant. En dat laatste begrijp ik heel goed, getuige mijn hierboven omschreven ervaring. Zijn conclusie: Ik wil gelukkig zijn in mijn werk en daarom kies ik voor de restaurants waarin in ik vrijuit kan koken en waar mensen het zichtbaar naar hun zin hebben. Complètement d'accord avec vous, Cyril!
Wil ik dan nooit meer in een sterrenrestaurant eten? Het lijkt me geweldig om dat eens te doen, maar dan in het echt. Zonder dreumes, goed gekleed, met een vette beurs en in goed gezelschap (bij mijn laatste ervaring zaten er veel mensen alleen aan een tafeltje). Zeker tussen de gangen door zal ik toch echt moeten praten, al was het maar om te uiten hoe geweldig het voorgeschotelde voedsel is!
bronnen:
Reactie plaatsen
Reacties